Clexane Spuit Inj 10 X 150mg/ml

Op voorschrift
Geneesmiddel
Op bestelling
Ja

Onze Leveringsmethodes:

Afhaling in de apotheek

Dit is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies, bewaren buiten bereik van kinderen, lees aandachtig de bijsluiter. Vraag raad aan uw arts of apotheker. In geval van bijverschijnselen, neem contact met uw huisarts.

Geneesmiddelen zijn geen gewone producten. Ze kunnen nooit teruggenomen of geruild worden. De wet verbiedt apothekers om ongebruikte geneesmiddelen terug te nemen. In het belang van uw veiligheid worden alle geneesmiddelen die u terugbrengt naar de apotheek gesorteerd bij de vervallen geneesmiddelen.

Als apothekers bieden we ook farmaceutische zorg. Na aankoop van een geneesmiddel of medisch hulpmiddel kun je ook contact met ons opnemen als je vragen hebt. Aarzel niet om contact met ons op te nemen via mail of telefoon.

Clexane behoort tot de groep van de "anticoagulantia" (middelen die de bloedstolling tegengaan). De werkzame stof in Clexane is enoxaparine, een heparine (bepaalde soort antistollingsmiddel) met een laag moleculair gewicht. Anticoagulantia zorgen ervoor dat klonters in het bloed worden voorkomen en dat reeds aanwezige bloedklonters weer oplossen.

  • Preventie van veneuze trombo-embolie, onder meer bij orthopedische en algemene heelkunde
  • Preventie van veneuze trombo-embolie bij medische patiënten die bedlegerig zijn ten gevolge van een acute aandoening met inbegrip van hartinsufficiëntie, respiratoire insufficiëntie, ernstige infecties, reumatische aandoeningen
  • Behandeling van diepe veneuze trombose met of zonder longembolie
  • Behandeling van onstabiele angor en non-Q-wave infarct, in associatie met acetylsalicylzuur
  • Behandeling van acuut myocard infarct met een ST-segment elevatie bij patiënten die vervolgens al dan niet een percutane coronaire interventie (PCI) ondergaan
  • Preventie van de coagulatie van de extracorporale circulatie bij hemodialyse
  • De site www.thrombosiscare.be bevat patiënteninformatie over de tekenen en symptomen die gelinkt zijn aan een veneuze thrombose alsook uitleg door middel van illustraties

Enoxaparine is een heparine met laag moleculair gewicht, dat in vergelijking met standaardheparine verschilt in de verhouding van de anti-Xa-activiteit tot de anti-IIa-activiteit die altijd groter is dan 4.

Naast zijn anti-Xa/IIa activiteit werden andere anti-trombotische en anti-inflammatoire eigenschappen van enoxaparine geïdentificeerd bij patiënten en gezonde personen, alsook in niet-klinische modellen.

Ze omvatten een ATIII-afhankelijke inhibitie van andere stollingsfactoren zoals factor VIIa, de inductie van de endogene vrijstelling van TFPI (Tissue Factor Pathway Inhibitor), alsook een reductie van de vrijstelling van de factor van von Willebrand (vWF) vanuit het vasculair endotheel naar de bloedcirculatie. Deze factoren staan erom bekend bij te dragen tot het globaal anti-trombotisch effect van enoxaparine.

Bij de mens werd de langdurige antitrombotische werking van enoxaparine aangetoond en in de gebruikelijke dosissen worden de algemene stollingstesten niet significant beïnvloed. In vergelijking met niet-gefractioneerde heparine worden de plaatjesaggregatie en de fibrinogeenbinding met de plaatjes duidelijk minder beïnvloed door enoxaparine. Klinische studies hebben de superioriteit van enoxaparine ten opzichte van standaardheparine aangetoond in de preventie en de behandeling van diepe veneuse trombose en in de behandeling van onstabiele angor en non-Q-wave infarct .

Natrium enoxaparine 150 mg – water voor injecties tot 1,0 ml.

Hulpstoffen:water voor injecties.

Gebruikt u naast CLEXANE nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of gaat u dit misschien binnenkort doen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.

 warfarine - gebruikt als bloedverdunner

 aspirine (ook bekend als acetylsalicylzuur of ASA), clopidogrel of andere geneesmiddelen die gebruikt worden tegen de vorming van bloedstolsels (zie rubriek 3, 'Van antistollingsmiddel veranderen')

 dextraan-injecties - gebruikt als bloedvervanger

 ibuprofen, diclofenac, ketorolac of andere geneesmiddelen bekend als niet-steroïdale anti- ontstekingsgeneesmiddelen die gebruikt worden om pijn en zwelling te behandelen bij artritis en andere aandoeningen

 prednisolon, dexamethason of andere geneesmiddelen die gebruikt worden voor astma, reumatoïde artritis en andere aandoeningen

 geneesmiddelen die de kaliumwaarden in uw bloed verhogen, zoals kaliumzouten, waterafdrijvende pillen en sommige geneesmiddelen voor hartproblemen.

Operaties en verdoving

Als u een ruggenprik (spinaal- of lumbaalpunctie) krijgt of een operatie waarbij epidurale of spinale verdoving wordt gebruikt, vertel uw arts dan dat u CLEXANE gebruikt.

  1. Mogelijke bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee te maken.

Ernstige bijwerkingen

Stop met het gebruik van CLEXANE en neem onmiddellijk contact op met uw arts of verpleegkundige als u verschijnselen heeft die wijzen op een ernstige allergische reactie (zoals huiduitslag, moeite met ademhalen of slikken, zwelling van het gezicht, lippen, tong, mondholte, keel of ogen).

Stop het gebruik van enoxaparine en roep onmiddellijk medische hulp in als u een van de volgende symptomen opmerkt:

 rode, schilferige en wijdverspreide uitslag met bultjes onder de huid en blaren in combinatie met koorts. De symptomen ontstaan meestal aan het begin van een behandeling (acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose).

Zoals bij gelijksoortige geneesmiddelen (die de vorming van bloedstolsels verminderen) kan dit middel bloedingen veroorzaken. Deze kunnen levensbedreigend zijn. In sommige gevallen wordt deze bloeding niet duidelijk opgemerkt.

Neem onmiddellijk contact op met uw arts:

 als u een bloeding krijgt die niet vanzelf ophoudt

 als u verschijnselen heeft die wijzen op overmatig bloeden zoals zich heel zwak voelen, vermoeid zijn, bleek zien of duizelig zijn met hoofdpijn of onverklaarbare zwelling.

Uw arts kan besluiten u onder observatie te plaatsen of uw geneesmiddelen te wijzigen.

Neem onmiddellijk contact op met uw arts indien:

 u verschijnselen heeft die wijzen op een blokkade van een bloedvat door een bloedstolsel, zoals:

o verkrampende pijn, roodheid, warmte, of zwelling in een van uw benen – dit zijn symptomen van diepe veneuze trombose

http://www.nhs.uk/Conditions/Deep-vein-thrombosis/Pages/Symptoms.aspx http://www.nhs.uk/Conditions/Deep-vein-thrombosis/Pages/Symptoms.aspx

o kortademigheid, pijn op de borst, flauwvallen of bloed ophoesten – dit zijn symptomen van een pulmonaire embolie (longembolie)

 u een pijnlijke uitslag heeft van donkere rode plekken onder de huid die niet wegtrekken als u erop drukt.

Uw arts kan u vragen een bloedtest te laten doen om uw aantal bloedplaatjes te controleren.

Andere bijwerkingen

Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers)

 bloedingen

 toenamen van leverenzymen.

Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers)

 u loopt sneller een blauwe plek op dan voorheen - dit kan gebeuren als er een probleem is met uw bloed door een laag aantal bloedplaatjes.

 roze vlekken op uw huid - deze komen waarschijnlijk vooral voor op de plaatsen waar u een injectie met CLEXANE heeft ontvangen.

 huiduitslag (netelroos, galbulten).

 jeukende rode huid.

 blauwe plekken of pijn op de injectieplaats.

 verminderd aantal rode bloedcellen.

 verhoogd aantal bloedplaatjes

 hoofdpijn.

Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers)

 plotselinge hevige hoofdpijn - dit kan wijzen op een bloeding in de hersenen.

 gevoeligheid of zwelling van de buik - dit kan wijzen op een bloeding in uw buik.

 grote rode, onregelmatige wonden in de huid met of zonder blaren.

 huidirritatie (lokale irritatie).

 u bemerkt dat de kleur van uw huid of ogen geel wordt en dat uw urine donkerder van kleur wordt -dit kan wijzen op een leverprobleem.

Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers)

 ernstige allergische reactie - verschijnselen hiervan zijn onder andere huiduitslag, problemen met slikken of ademen, zwelling van uw lippen, gezicht, keel of tong.

 verhoogde kaliumwaarde in uw bloed - dit is waarschijnlijker bij mensen met nierproblemen of diabetes. Uw arts kan dit controleren met een bloedtest.

 een verhoging van het aantal eosinofielen (een bepaalde soort witte bloedcellen) in uw bloed -uw arts kan dit controleren met een bloedtest.

 haaruitval.

 botontkalking (osteoporose, een aandoening waarbij uw botten gemakkelijker breken) na langdurig gebruik van dit middel.

 tintelingen, gevoelloosheid en spierzwakte (met name in het onderste deel van uw lichaam)

• Overgevoeligheid voor enoxaparine, heparine of zijn derivaten inbegrepen andere heparines met een laag moleculair gewicht.
• Acute bacteriële endocarditis.
• Endocarditis lenta.
• Belangrijke actieve bloedingen en situaties met een verhoogd risico op niet gecontroleerde bloedingen, inbegrepen recente hemorragische cerebrovasculaire accidenten (behalve als er systemische embolen zijn).( bloedingen)

Preventie

  • Matig risico:
    • 1 injectie van 20 mg (0,2 ml) per dag
    • Eerste injectie: 2 uur vóór de ingreep
    • Hoog risic
    • 1 injectie van 40 mg (0,4 ml) per dag
    • Eerste injectie: 12 uur vóór de ingreep
    • 40 mg 1x per dag via subcutane injectie.
    • Initieel: een dosis van 1 mg/kg in de arteriële leiding van het dialysecircuit inspuiten
    • Bij het verschijnen van fibrineringen: tot het einde van de behandeling opnieuw 0,5 à 1 mg/kg ingespuiten
    • Patiënten met een hoog hemorragisch risico: 0,5 mg/kg (bij dubbele vasculaire toegangsweg) of 0,75 mg/kg (bij enkele vasculaire toegangsweg)

Behandeling

  • Aanbevolen dosis: 1 mg/kg om de 12 uur, subcutaan toegediend in associatie met acetylsalicylzuur (100 tot 325 mg per os, éénmaal per dag)
  • Aanbevolen dosis: een eenmalige IV bolus van 30 mg plus een dosis van 1 mg/kg subcutaan
  • Vervolgens: 1 subcutane toediening van 1 mg/kg om de 12 uur (maximaal 100 mg voor elk van de eerste twee SC dosissen, gevolgd door doses SC van 1 mg/kg).
  • 1 enkele dagelijkse subcutane inspuiting van 1,5 mg/kg
  • OF twee dagelijkse subcutane inspuitingen à rato van 1 mg/kg om de 12 uur (bv. als BMI > 30 kg/m²)

Toedieningswijze

  • De site www.thrombosiscare.be bevat een video om de auto-injectie uit te leggen aan de patiënt
  • De aanbevolen plaats voor injectie is in het vet van de onderbuik
  • De injectie moet gebeuren op minimum 5 cm naast de navel en naar buiten naar de ene of de andere kant
  • Kies voor iedere injectie een andere plaats van de onderbuik, afwisselend in de linker- en rechterkant
  • Ga zitten of liggen in een comfortabele positie en reinig de gekozen injectieplaats met een alcoholdoekje
  • Neem de spuit en verwijder het beschermdopje
  • Verwijder de luchtbel niet uit de spuit
  • Een eventuele druppel aan de punt van de naald kan men verwijderen door op de spuit, met de naald naar beneden gericht, te tikken
  • Neem een huidplooi tussen duim en wijsvinger
  • Steek de naald volledig en loodrecht in het dikste gedeelte van de plooi
  • Duw voorzichtig op de zuiger van de spuit ; de injectie moet langzaam gebeuren
  • Houd de huidplooi vast tot de inspuiting beëindigd is
  • Na de injectie de huid niet masseren of afdrukken
  • De bijsluiter bevat informatie over de IV injectie
CNK1708619
OrganisatiesSanofi
MerkenSanofi
Breedte78 mm
Lengte147 mm
Diepte58 mm
Hoeveelheid verpakking10
Galenische vormGel
Actieve ingrediëntenenoxaparine natrium
BehoudKamertemperatuur (15°C - 25°C)